VSEVOLOD MEYERHOLD

De Picasso van het theater
En de Shakespeare van de mise-en-scène

 

In 2016 heb ik een onderzoek gedaan naar de visie van de Russische regisseur Meyerhold en de Duitse kunstenaar Oskar Schlemmer. Deze twee visies heb ik geprobeerd te verweven in een voorstelling samen met mijn eigen visie op theater. Een interessant onderzoek, omdat ik werk vanuit tekst en thema en deze mannen werken vanuit een beweging en vorm.

 

Het begon allemaal met een theoretisch onderzoek over het leven van Vsevolod Meyerhold. Zijn levensloop heeft zijn kunst erg beïnvloed. Meyerhold leefde in de Russische revolutie en er was dus sprake van erge onderdrukking. Zijn theatermethode was vernieuwend en daardoor 'gevaarlijk' voor die tijd. Hij noemde zijn methode ook wel de 'biomechanica', een training die de acteur hielp controle en bewustwording te krijgen over zijn eigen lichaam. Dit deed Meyerhold door middel van een aantal etudes (oefeningen met verschillende bewegingen). De acteurs van Meyerhold trainden hier jaren voor. Meyerhold ging ook samen met zijn acteurs de bewegingen van arbeiders onderzoeken, omdat hij het belangrijk vond dat zijn acteurs zo economisch en efficiënt mogelijk bewogen.  

Na het onderzoek naar Meyerhold, ben ik het Triadisch Ballet van Oskar Schlemmer gaan onderzoeken. Wat was het verschil? Op het eerste gezicht leken de methodes erg op elkaar, omdat ze erg mechanisch leken. Uiteindelijk bleek er toch wel werkelijk een verschil te zijn. Oskar Schlemmer maakte veel gebruik van kostuums die de acteurs belemmerden in de dans. De acteurs moesten zich aanpassen aan het kostuum en daardoor werden alle bewegingen anders. 

Uiteindelijk heb ik samen met drie andere acteurs (Eva Carree, Dominique van Buchem en Valentijn As) een voorstelling gemaakt.  Schlemmer en Meyerhold werken vanuit bewegingen, terwijl ik vaak vanuit een tekst werk. Ik heb geprobeerd een tekst te schrijven die mee bewoog met het ritme van de apparaten. De drie andere acteurs waren samen met een apparaat een geheel. Zelfs als het apparaat 'kapot' ging, gingen zij samen met het apparaat ook kapot. Ze bewogen zo economisch mogelijk mee met het apparaat, wat Meyerhold erg belangrijk vond.

Bij Oskar Schlemmer was het aanpassen aan de abstracte ruimte heel erg belangrijk Hij gebruikte hiervoor allerlei soorten kostuums maar dit heb ik niet gedaan. Dominique, Valentijn en Eva moeten zich niet aanpassen aan hun kostuum maar aan het decor. Het decor is op een kleine plek op het podium geplaatst met heel erg veel apparaten waardoor er weinig bewegingsmogelijkheden zijn. Daarbij moeten zij zich aanpassen aan het apparaat waardoor ze eigenlijk maar één bewegingsmogelijkheid hebben: de beweging van het apparaat. Dominique, Valentijn en Eva worden eigenlijk een deel van het decor, omdat ze een eenheid samen met het decor (de apparaten) vormen. Het decor moet een soort van ‘fabriekshal’ voorstellen en daarom zijn de coulissen niet aanwezig. De coulissen geven een soort ‘toneelstukje’ gevoel terwijl het decor juist een werkplaats moet voorstellen. Ik ben degene die de ‘fabriek’ aan –en uitzet waardoor ik alle techniek op dat moment zelf bestuur.

Via deze link kun je de voorstelling bekijken: https://www.youtube.com/watch?v=vqX3OBrWYdU&spfreload=5 en onderaan kunt u het theoretisch onderzoek downloaden.

PWS theoretische onderzoek totaal
PDF – 141,1 KB 192 downloads

Maak jouw eigen website met JouwWeb